top of page

Pesten stopt als niemand meer toekijkt

Deze week is de Week Tegen Pesten. 'Als er gepest wordt, wil je ons dan ook bij het gesprek betrekken?' vroeg een nieuwe vader tijdens de informatieavond in de klas van onze kinderen aan de juf. 'We zijn uiteindelijk als klas, leerkrachten en ouders toch ook een soort van gezin.' Ik kon hem wel zoenen. De KiVa-methode beoogt precies wat deze vader schetste: verantwoordelijkheid nemen als groep.

Groep 5/6 van daltonschool De Schutse in Maasland is net begonnen aan een spellingsles. Het zonnescherm is omlaag en legt een zachtrode gloed over de gebogen hoofden. Juf Mirjanneke Dwars helpt een van de leerlingen met een lastig woord. ‘Xylofoon,’ leest juf Mirjanneke voor, ‘spreek het eens uit?’ ‘Ikslofoon,’ begint de leerlinge. ‘Ksie-lo-foon,’ herhaalt de juf, maar zo makkelijk is het niet: ‘Iksieo... Iksolofoon?’ Gestruikel over woorden, fouten maken voor de klas: voor sommige schoolkinderen reden genoeg om een ander uit te lachen. Maar niet op De Schutse. De regels aan de muur zijn een stille getuige van wat hier is afgesproken: ‘We doen aardig tegen elkaar en behandelen anderen met respect.’ ‘We maken er samen een fijne groep van.’ En dus werken de leerlingen rustig verder terwijl hun klasgenoot haar zoektocht naar de juiste uitspraak voortzet. Leuke school zonder pesten

De gevolgen van een nare tijd op school zijn groot en tot ver in het leven te voelen. Mede daarom zijn scholen vanaf dit schooljaar wettelijk verplicht om een sociaal veilig schoolklimaat te garanderen. Hoe, dat mogen ze zelf weten, maar ze moeten wel aantonen dat de gekozen aanpak effect sorteert. De Schutse begon er een aantal jaar geleden al mee door te veranderen in een KiVa-school. Een school waar kinderen en leerkrachten samen bespreken hoe iedereen zich er fijn kan voelen en pesten door de hele groep wordt verhinderd. KiVa is Fins voor ‘leuk’ of ‘fijn’ en als afkorting staan de letters voor de eerste letters uit de Finse zin die betekent: ‘leuke school zonder pesten’. De methode werd aan de universiteit van Turku ontwikkeld en is een van de weinige programma’s die echt effectief zijn gebleken: het pesten op Finse scholen werd teruggedrongen met 30 tot 40 procent. Het welzijn en de motivatie van leerlingen nam toe, en zelfs hun prestaties werden beter.

Het draait om de groep

Bij de KiVa-methode draait alles om de groep. ‘Vroeger werd pesten vooral aangepakt alsof het alleen iets tussen pester en slachtoffer was,’ licht socioloog Beau Oldenburg toe, die promoveert op groepsprocessen en het KiVa-programma. ‘De pester werd eruit gelicht en gestraft, en de gepeste moest op sociale-vaardigheidstraining. Verschrikkelijk – wat mij betreft is dat laatste gewoon een vorm van blaming the victim, de schuld geven aan het slachtoffer. Wat uit onderzoek juist keer op keer blijkt, is dat pesten alleen “interessant’ is als je publiek hebt. Voor pesters draait het om sociale status in de groep: ze willen cool zijn en proberen dat te bereiken door anderen publiekelijk te vernederen. Of dat lukt, is dus afhankelijk van de groep kinderen om de pester en gepeste heen. Een kind dat meelacht, moedigt de pester aan. Een kind dat opkomt voor het slachtoffer, bereikt dat dat zich gesterkt voelt en dat de pester wordt ontmoedigd.’ Deze weken zijn het belangrijkst

Op een KiVa-school proberen leerkrachten en leerlingen samen een groep te creëren waarin de norm is dat je vriendelijk met elkaar omgaat. Juist aan het begin van het schooljaar ligt er een enorme kans om zo’n positieve groep te scheppen. Dan gaat elke klas door een fase die deskundigen storming noemen: een verzameling individuen wordt tot een groep gevormd. Iedereen probeert zijn plaats in de groep te vinden en er worden strijdjes om de macht gevoerd. Leerkrachten die juist in deze beginfase veel aandacht besteden aan de waarden van de groep, zoals respect en behulpzaamheid in plaats van veroordelen, helpen de kinderen een positieve groep te vormen en zo pesten tegen te gaan.

'Was ik maar gesteund'

Bij KiVa staat voorop: als er toch gepest wordt, moet elk kind zich verantwoordelijk voelen om iets te doen. Niet toekijken. ‘Uiteindelijk zullen we ons niet de woorden van onze vijanden herinneren, maar het zwijgen van onze vrienden,’ zei Martin Luther King, en het is inderdaad die passiviteit van de omstanders die er misschien nog wel meer in hakt dan het pesten zelf, verduidelijkte hoogleraar René Veenstra in zijn inaugurele rede.

Kinderen kunnen het verschil maken door het op een veilige manier op te nemen voor het slachtoffer, legt Oldenburg uit. ‘Niet per se door ertussen te springen, want dat kan soms gevaarlijk zijn. Je kunt een gepest kind ook steunen door te zeggen dat je het naar vond wat er gebeurde. Of door samen naar de juf te gaan.’ Die steun is belangrijk, benadrukt Oldenburg. Zelfs al zou het pesten doorgaan, dan staan gepeste kinderen in elk geval minder alleen. Onderzoek laat zien dat deze groep kinderen later beter af is – ze vertonen minder angstig gedrag, hebben meer zelfvertrouwen en minder gevoelens van eenzaamheid dan gepeste kinderen die die steun niet kregen. ‘Die pesters kunnen misschien niet eenvoudig veranderen, maar de groep kan dat wél. We zijn er weliswaar niet allemaal verantwoordelijk voor dat er wordt gepest in een groep, leggen wij de kinderen en ouders altijd uit, maar we zijn er wel allemaal verantwoordelijk voor dat het stopt.’

Featured Posts
Recente Posts
Eerdere Posts
Tags
Er zijn nog geen tags.
bottom of page